Wijzigingen vanaf 1 januari 2024

Eén plek voor aanvragen vergunning

Voor ondernemers en burgers moet het sneller en makkelijker worden om een vergunning aan te vragen door de nieuwe Omgevingswet. Denk bijvoorbeeld aan een bouw- of kapvergunning. Je doet één aanvraag bij één loket en krijgt één besluit. Ook moet je sneller een besluit kunnen verwachten: binnen 8 in plaats van 26 weken. De wet vervangt 26 bestaande wetten en gaat op 1 januari 2024 in.

Opruimen afval rond je bedrijf

Je gemeente kan vanaf 1 januari 2024 bepalen wat je moet doen om de omgeving van je bedrijf schoon te houden. Zo kan je gemeente beter inspelen op lokale problemen met zwerfafval. De regels komen in een omgevingsplan; een onderdeel van de nieuwe Omgevingswet

Voor 2032 moeten gemeenten met nieuwe regels komen. Totdat je gemeente nieuwe regels heeft gemaakt, ben je verplicht zwerfafval in een straal van 25 meter rond je bedrijf op te ruimen. Dat geldt alleen voor afval van producten die je verkoopt. Denk daarbij bijvoorbeeld etensresten en verpakkingen.

Plastic bestek en wegwerpservies verboden

Horecabedrijven mogen vanaf 1 januari 2024 geen voedsel en drank meer aanbieden in wegwerpbekers, bestek of maaltijdverpakkingen van plastic. Kan je bedrijf niet zonder dat servies, dan kun je een vrijstelling aanvragen. Krijg je toestemming? Dan moet je onder meer 75 tot 90 procent van de verpakkingen inzamelen voor hergebruik.

Verbod op e-sigaretten met smaakje

De verkoop van e-sigaretten met smaakjes (behalve tabakssmaak) is vanaf 1 januari 2024 verboden. Eerder was het al verboden die smaakjes te produceren of in te kopen. Winkeliers mogen nog wel tot het einde van 2023 hun voorraden verkopen.

Veiligheidscoördinator verplicht in bouw

Bij bouw- en sloopwerkzaamheden moet voortaan een Veiligheidscoördinator Directe Omgeving aanwezig zijn. Ondernemers in de bouw zijn dat verplicht volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De coördinator moet ongelukken op de bouwplaats voorkomen. Een deel van de nieuwe Omgevingswet is uitgewerkt in het Bbl. Beiden gaan op 1 januari 2024 in.

Verwachte wijzigingen vanaf 1 januari 2024

Voordat een wet ingaat, moeten onder meer de Tweede en Eerste Kamer daarmee instemmen. Ook moet de ingangsdatum bekend zijn gemaakt. Bij onderstaande wetten is het doel dat ze op 1 januari 2024 ingaan, maar zijn nog niet al die stappen doorlopen. Zodra meer over een wet bekend is, zullen we dit aangeven.

Onbelaste reiskostenvergoeding stijgt

De onbelaste reisvergoeding gaat naar verwachting op 1 januari 2024 omhoog van 0,21 euro naar 0,23 euro per kilometer. Ben je zzp’er? Dan mag je dat bedrag per kilometer aftrekken van je winst. Je moet dan wel ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting.

Je mag reiskosten van werknemers belastingvrij vergoeden. Dat geldt voor reiskosten met auto, openbaar vervoer, taxi, boot en vliegtuig. Wil je een hogere reiskostenvergoeding dan 0,23 euro aan je werknemers geven? Dat kan. De verhoging wordt als loon gezien. Je kunt deze onder bepaalde voorwaarden onbelast geven.

Minder belasting over geld derdengeldenrekening

Je betaalt naar verwachting vanaf 1 januari 2024 minder belasting over geld dat op een derdengeldenrekening staat. Een derdengeldenrekening wordt nu nog als belegging gezien en daar betaal je 6,17 procent belasting over. Vanaf 2024 wordt dat geld als banktegoed gezien. Daar betaal je minder belasting over: 0,36 procent. 

Een derdengeldenrekening gebruik je voor de aankoop van bedrijfsmiddelen zoals een machine of bedrijfsauto. Het is een aparte bankrekening waarop geld van anderen (derden) wordt bewaard totdat het aan de juiste persoon wordt uitbetaald.

Betalingskorting verdwijnt

De betalingskorting voor de voorlopige aanslag van de inkomstenbelasting verdwijnt. Je krijgt die korting nu nog als je in één keer de voorlopige aanslag betaalt. Het maakt daardoor naar verwachting vanaf 1 januari 2024 niet meer uit of je de voorlopige aanslag inkomstenbelasting in één keer of in termijnen betaalt.

Agenda

11 december

Netto inkomen berekenen doe je zo!

10.00 uur
Online
13 januari

Sterk starten met je eigen bedrijf

19.00 uur
Online

Netto inkomen calculator

Wil je snel weten wat je netto over zal houden als startende ondernemer? Bereken dan jouw besteedbaar inkomen via onderstaande calculator.

MKB-winstvrijstelling daalt 

De MKB-winstvrijstelling daalt van 14 procent naar 12,7 procent. De vrijstelling vermindert je belastbare winst na ondernemersaftrek. Door deze maatregel betaal je over 2024 dus meer belasting dan over 2023.

Zelfstandigenaftrek omlaag 

De zelfstandigenaftrek gaat naar verwachting in 2024 omlaag met 1280 euro. In 2023 is dat nog 5.030 euro. In 2024 gaat de zelfstandigenaftrek omlaag naar 3.750 euro. Je mag dat bedrag van je winst aftrekken waardoor je daar geen belasting over hoeft te betalen. Daardoor betaal je meer belasting.

De komende jaren daalt de zelfstandigenaftrek verder. Je hebt recht op de zelfstandigenaftrek als je minimaal 1225 uur per jaar in je onderneming werkt.

Tarief box 3 sneller omhoog

Het tarief in box 3 van de inkomstenbelasting gaat in 2024 omhoog van 32 naar 34 procent. Daardoor betaal je meer belasting. Dat is een jaar eerder dan voorgesteld. Het tarief in 2024 zou eerst 33 procent zijn. In 2025 blijft het tarief hetzelfde als in 2024: 34 procent.

Het heffingsvrije vermogen, het deel waarover je geen belasting betaalt, blijft in 2024 57.000 euro. Heb je een fiscale partner? Dan is dat bedrag voor jullie samen 114.000 euro.

Aftrek giften in vennootschapsbelasting verandert

De regels voor giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) worden naar verwachting soberder in 2024. Als je vennootschapsbelasting betaalt, kun je de zakelijke giftenaftrek niet meer gebruiken. Dat betekent dat je giften aan ANBI’s en SBBI’s niet langer van de winst kunt aftrekken.

Nu kun je dat nog wel doen voor een schenking aan een ANBI of SBBI. De maximale giftenaftrek is 50 procent van de winst per jaar, met een maximum van 100.000 euro. 

Een schenking aan een ANBI of SBBI is vanaf volgend jaar ook niet langer een verkapte winstuitdeling aan de aandeelhouder. Nu moet je daarover nog dividendbelasting en inkomstenbelasting betalen (box 2).

Door deze wetswijziging kan het aantrekkelijk zijn nog dit jaar een gift aan een ANBI of SBBI te doen. Of om juist te wachten tot 2024.

BOR en DSR alleen voor ondernemingsvermogen

De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en Doorschuifreling (DSR) worden naar verwachting vanaf 2024 soberder. In de bestaande BOR hoef je minder of geen erfbelasting te betalen. In de doorschuifregeling (DSR) hoef je geen inkomstenbelasting te betalen over de winst die je overhoudt. Die betaalt de volgende eigenaar. 

Vanaf 2024 mogen deze twee regelingen alleen nog gebruikt worden voor het ondernemingsvermogen en niet meer voor vermogen uit de verhuur van onroerende zaken zoals bedrijfspanden, huizen of akkers. Vanaf 2025 volgen meer wijzigingen.

Meer mogelijkheden herinvesteringsreserve

De regels voor de herinvesteringsreserve (HIR) worden naar verwachting vanaf 2024 ruimer. Stop je met een deel van je bedrijf door een maatregel van de overheid, dan kun je de HIR gebruiken. Dankzij de herinvesteringsreserve mag je later belasting betalen als je een bedrijfsmiddel koopt, zoals een machine of voertuig. Je mag de HIR vanaf 2024 ook gebruiken om bijvoorbeeld te investeren in een ander (tweede) bedrijf.

Energie-investeringsaftrek lager en verlengd

De energie-investeringsaftrek (EIA) voor ondernemers wordt met 5 jaar verlengd, tot en met 2028. Het percentage dat je mag aftrekken daalt naar verwachting in 2024 wel van 45,5 naar 40 procent. De investering bedraagt minimaal 2.500 euro en maximaal 136 miljoen euro.

Als je investeert in energiebesparende en duurzame bedrijfsmiddelen, dan kun je in aanmerking komen voor de EIA. Daarmee mag je een percentage van de kosten van je investering aftrekken van de winst. Daardoor betaal je minder belasting.

Heb je een grote investering in gedachten? Dan kan het verstandig zijn om die nog in 2023 te doen, zodat je profiteert van de aftrek van 45,5 procent van de kosten van de investering.

Terug naar overzicht